Op 6 oktober hebben wij Tibbe begraven op de Begraafplaats Crooswijk in Rotterdam.

Het was een mooie begrafenis. Het spijt ons dat we velen van jullie niet konden uitnodigen. Met onze families en directe vrienden waren er al 100 mensen. Als we echt iedereen hadden uitgenodigd, waren we met z'n 300'en geweest en dat zou te veel geweest zijn.

Voorafgaand aan de begrafenis hebben we de onderstaande tekst uitgesproken.

 

 

"Just give these lovin arms a try,

And have a little faith in me"

(Have a little faith in me - John Hiatt, 
Bring the family, 1987)

Lieve mensen,

Wij hadden heel veel vertrouwen in Tibbe. Daarom hebben we hem met deze woorden de wereld in gestuurd.  Het prachtige lied van John Hiatt had altijd al veel betekenis voor ons. Het was altijd ons liedje, dat we op bijzonder momenten voor elkaar aanzetten en dan hielden we elkaar stevig vast. Wij hadden zo veel vertrouwen in elkaar dat we het aandurfden om een kind te krijgen. En toen bleek dat dat kind het moeilijk zou krijgen, durfden we er toch vertrouwen in te hebben en hem in onze liefdevolle armen te sluiten. Met de tekst op het kaartje hebben we iedereen willen oproepen hetzelfde te doen. En dat is gelukt: Tibbe heeft een enorm grote plek gekregen in de levens van velen van jullie, ondanks de bizarre omstandigheden waaronder Tibbe heeft geleefd. 

Het verhaal van Tibbe is te kort, maar 101 dagen lang. Maar eigenlijk begint het verhaal van Tibbe al ongeveer een jaar geleden, toen we op vakantie in Amerika waren. Het was een vakantie van veel muziek (vooral ook van John Hiatt), eten, indrukken, maar toch vooral ook een vakantie van zwanger worden. Op de lange autoritten door het zuiden van Amerika liepen we het hele alfabet langs om de mooiste naam voor een kindje te bedenken.

In de auto hadden we altijd muziek aan, bij voorkeur de oude bluegrass muziek uit de Smokey Mountains. Deze muziek zullen jullie zo meteen horen. Nu een jaar geleden, toen de herfst begon in de bergen is Tibbes leventje ontstaan. We kwamen terug van vakantie en Mirjam bleek zwanger.

Tot de kerst zou het ons geheimpje blijven. Maar natuurlijk stond het al die tijd in grote letters op ons voorhoofd. Daarop terugkijkend is het jammer dat niemand toen de onbezorgde blijdschap over de komst van een kind met ons heeft kunnen delen.

De dag voordat we het blijde nieuws zouden vertellen, bleek dat ons Frummeltje een ernstige afwijking had, een omphalocele. Het is nog lang onzeker geweest of Frummeltje bij ons kon blijven. Maar uiteindelijk waren zijn kansen goed, dus gingen we ervoor. Met een kinderwagen, een prachtig kamertje, zwangerschapsgymnastiek, we hebben alles gedaan wat je moet doen om je zo goed mogelijk voor een kind te gaan zorgen.

Tibbe heeft alle 101 dagen een ongelooflijke levenslust en wilskracht getoond. Hij heeft vele tegenslagen overwonnen. Zijn omphalocele, die rare buik van hem, was eigenlijk al weer bijna normaal. Hij heeft ontelbare infecties gehad en heel veel problemen met ademhalen. Ondanks alles bleef hij zich ontwikkelen. Hij pakte, graaide, lachte, keek om zich heen met zijn prachtige oogjes.

Tibbe hield van luisteren, uren hebben wij, en vooral Mirjam, met ‘m gepraat en voor ‘m gezongen. Ronald deed gekke spelletjes met Tibbe. Steeds verder ging hij de wereld ontdekken. De blauwe vis en de Noorse eland werden zijn grote vriendjes. Eerst alleen om naar te kijken, daarna ook pakken en aaien. De mobile met de koeien en de varkens maakte Tibbe aan het lachen. En als je op het bed trommelde, moest hij schaterlachen.

De dokters en de verpleging vonden Tibbe een ‘karaktertje’. Hij liet altijd duidelijk merken als hij het er niet mee eens was, bv. als hij geprikt moest worden. Bij het inbrengen van een blaaskatheter, kon de dokter de straal maar nauwelijks ontwijken. “Goed zo knul, riepen wij dan, laat het maar weten.” Tibbe was een vechtertje.

Tibbe heeft het gevecht afgelopen woensdag zelf opgegeven. Wij hebben hem nog stevig vast kunnen houden en hem zeggen: “Ga maar lieve jongen, ga maar, je hebt je best gedaan. Als je niet meer kunt dan hoeft het niet meer. We houden van je”

 

"Go to sleep, go to sleep, go to sleep, you little baby,

When you wake, get some cake and ride them pretty little horses”

(Whole heap of little horses - Patty Griffin, 
Down the old plank road - Chieftains, 2002)

 

 

Toen onze vriend Mark twee jaar geleden overleed, kon zijn moeder de ongelooflijke moed opbrengen om te bedenken of er iets nuttigs, iets goeds gezegd kon worden over het verlies van haar zoon. Zij kwam er op uit dat ze de kracht en waarde van vriendschap had gezien. Dat vonden we mooi, maar we begrijpen nu pas wat ze toen bedoelde.

Suzanne schreef hierover: “Soms word je wereld opeens heel klein, terwijl je hem juist zo groot had willen maken.” Bijna driekwart jaar is onze wereld heel klein geweest en dat moest zo zijn. Dat kon alleen omdat iedereen, echt iedereen, ervoor zorgde dat we uit de wind gehouden werden. Het was alsof iedereen in een cirkeltje om ons heen stond, om ons precies datgene te laten doen wat moest gebeuren. Dat is de kracht van vriendschap.

De dagen na Tibbes geboorte regende het kaartjes, mailtjes, bloemen en kadootjes. Wat is Tibbe verwend! Een aantal favoriete speeltjes van Tibbe blijft bij hem, andere blijven bij ons. Maar Tibbe had zoveel knuffelvriendjes, dat we er graag weer een aantal weggeven. Alle mensen met kinderen, of kinderen op komst, krijgen binnenkort één van Tibbe’s knuffelvriendjes.

De kaartjes hebben bijna 2 maanden bij ons thuis gehangen, aan lijntjes door de kamer. Omdat we de kaartjes en de mailtjes zo mooi vonden hebben we jullie gevraagd ook vandaag een kaart mee te nemen. Zoals Tibbe nu ligt, in een grote kring van liefde en aandacht, zo hebben wij ons met z’n drieën de afgelopen maanden gevoeld. Wij danken jullie daarvoor.

Maar, zoals een collega van Mirjam vaak tegen jonge ouders zegt: “Nu begin het pas.” Dat geld voor jullie aandacht voor ons ook. De komende tijd zal moeilijker worden dan ooit, en we hopen dat we jullie aandacht zullen blijven voelen. We hebben van dichtbij gezien dat op het moment dat iedereen denkt dat het wel weer gaat, het verdriet eigenlijk nog steeds groter wordt. Je kunt de draad niet oppakken, je wilt niet terug naar het leven dat je had, omdat je het zo graag had willen aanvullen.

We gaan Tibbe zo meteen met z’n allen begraven. We zijn ontzettend blij dat hij zo dichtbij Isabel, het mooie meiske van Eveline en Francis, komt te liggen. Zo kan ons prachtige kereltje lekker dichtbij het mooiste meisje van Rotterdam liggen. Bij Tibbe z’n grafje laten we een ballon op en lezen dan het gedichtje van het kaartje voor.

Wij blijven dan bij Tibbe en komen niet meer terug in deze zaal. Jullie kunnen hier samen koffie drinken. We willen jullie niet in een lange rij laten staan om ons te condoleren, omdat dat voelt als een afsluiting. En zoals al eerder werd gezegd: “Nu begint het pas.” In de komende weken horen we graag van jullie, wat jullie ervan vonden. En we hopen dat we in de komende weken, maanden en misschien wel jaren op jullie steun en aandacht kunnen blijven rekenen.

We gaan nu nog naar een mooi liedje luisteren. Tibbe kende het in mama’s buik al. We hebben aan zijn bedje onze eigen tekst erop gemaakt, en hebben het, voordat we het mandje dichtdeden, nog één keer voor hem gezongen.

 

“Ga maar slapen, kleine Tibbe

Ga maar slapen, kleine Tibbe

Papa en mama die houden van jou dus

Ga maar slapen, kleine Tibbe”

 

“Go to sleep little babe,

Go to sleep little babe,”  

(Didn't leave nobody but the baby -  Gillian Welch, Alison Krauss & Emmylou Harris, 
O Brother where art thou?- Soundtrack, 2000)

 

Ronald en Mirjam